Inhoud
Spring spinnenweb is een oneetbare vertegenwoordiger van de Cobweb-familie. Groeit tussen loof- en naaldbomen, in bladverliezende ondergrond, in mos of hoog gras. Deze soort wordt niet gebruikt bij het koken. Om voedselvergiftiging te voorkomen, moet je daarom de uiterlijke kenmerken ervan bestuderen vóór een rustige jacht.
Hoe ziet de lentewebspin eruit?
Lentewebkruid wordt niet gegeten, dus het is belangrijk om de verschillen met zijn eetbare tegenhangers te benadrukken. Zo voorkom je dat je een artikel dat schadelijk is voor de gezondheid in je winkelmandje legt.
Beschrijving van de dop
De hoed, met een diameter tot 6 cm, heeft de vorm van een bel; naarmate hij groeit, wordt hij geleidelijk recht en wordt hij plat, waardoor er een kleine heuvel in het midden overblijft. De randen zijn glad of golvend; bij droog weer worden ze bros en broos. Het droge oppervlak is glad, zijdeachtig, bedekt met een bruine of donkerbruine huid met een paarse tint.
De onderste laag wordt gevormd door dunne, vuilgrijze platen, die op jonge leeftijd bedekt worden met een dichte deken. Naarmate het groeit, breekt de bescherming door en daalt in de vorm van een rok op het been. Het grijsbruine vruchtvlees is dicht, zonder uitgesproken smaak of geur. Voortplanting vindt plaats door langwerpige sporen, die worden verzameld in roodbruin poeder.
Beschrijving van het been
Het been, tot 10 cm hoog, is cilindrisch van vorm en bedekt met een grijsbruine huid, met uitgesproken roodheid dichter bij de grond. Het vruchtvlees is vezelig, smaak- en geurloos. De kleur is afhankelijk van de plaats en het tijdstip van groei.
Waar en hoe groeit het
Het lente-spinneweb groeit het liefst op rotte stammen van loof- en naaldbomen, stronken en dood hout. Het kan worden gevonden op open plekken, langs wegen, op open plekken, in mos en gras.
Is de paddenstoel eetbaar of niet?
Vanwege het gebrek aan smaak en aroma wordt deze bosbewoner niet gegeten. Maar ondanks het feit dat de toxiciteit niet is vastgesteld, raden ervaren paddenstoelenplukkers aan om langs onbekende exemplaren te gaan.
Dubbelen en hun verschillen
Het lente-spinneweb heeft, net als elke bewoner van het bos, valse broers. Deze omvatten:
- Fel rood – een oneetbare soort, groeit van mei tot juli. Groeit in kleine gezinnen op vochtige plaatsen, naald- en loofbossen. Het vruchtvlees is dicht, met een karakteristiek bloemig aroma.De soort is te herkennen aan de kleine kegelvormige bruinbruine hoed en de dunne, gebogen stengel. De onderste laag wordt gevormd door brede gekartelde platen met een lichtbruine kleur.
- Triomfantelijk – een zeldzame, eetbare soort die voorkomt in het Rode Boek. De dop bereikt een diameter van 12 cm en heeft een halfronde of bolvormige vorm. Het oppervlak is bedekt met een glanzende, slijmerige, fel oranje schil. Naarmate het groeit, wordt het donkerder en krijgt het een bruinrode kleur. Het vruchtvlees is dicht, vlezig, zonder smaak of aroma.
- Saffraan is een oneetbare bosbewoner die groeit tussen naaldbomen, in de buurt van vijvers en langs wegen. Gevonden van juli tot de eerste nachtvorst. De dop is tot 7 cm groot en bedekt met een vezelige, roodbruine huid. Het vruchtvlees is dicht, heeft geen geur of smaak.
Conclusie
Lente-spinneweb is een oneetbare vertegenwoordiger van het boskoninkrijk. Groeit in gemengde bossen van april tot november. Omdat de soort eetbare familieleden heeft, moet je hem kunnen onderscheiden aan de hand van zijn uiterlijke kenmerken. Tijdens het jagen op paddenstoelen moet je onthouden dat oneetbare, weinig bekende exemplaren onherstelbare schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken.
