Inhoud
Bellini-vlinder is een eetbare paddenstoel. Behoort tot het geslacht Maslyat. Er zijn ongeveer 40 variëteiten, waaronder geen giftige exemplaren. Ze groeien in elke regio van de planeet met een gematigd klimaat.
Hoe ziet een Bellini-olieman eruit?
Paddestoelen worden gekenmerkt door hun kleine formaat. Vlinders van verschillende typen zijn vergelijkbaar. Een onderscheidend kenmerk is een slijmfilm op het oppervlak van de dop, waardoor ze moeilijk te verwarren zijn met andere bossoorten.
Beschrijving van de dop
Op volwassen leeftijd bereikt de maat van de dop een diameter van 8-12 cm en is het oppervlak glad. Bij jonge exemplaren is het halfrond. Na verloop van tijd wordt het echter recht en krijgt het een plat-convexe vorm.In het midden is de dop iets ingedrukt. De kleur varieert, afhankelijk van de plaats van groei, van beige tot lichtbruin. Het midden heeft een donkerdere tint dan de rand van de paddenstoel.
De film is dicht en glad. Scheidt goed van de bovenkant. Na een paar dagen worden de randen in de dop gewikkeld.
Aan de binnenkant zijn geelgroene, korte platen met hoekige sporen zichtbaar. De buizen zijn elastisch. Het is de moeite waard om ze van het vlees van de dop te scheiden. De poriën zijn vrij klein en licht, maar na verloop van tijd wordt de kleur geel, dichter bij olijfgroen. Een verse Bellini-olieman produceert druppels witte vloeistof. Sporenpoeder is geel.
Beschrijving van het been
De hoogte van de stengel is 4-12 cm, dikte 1-2,5 cm, het onderste deel van de paddenstoel is kort maar enorm. Naarmate hij ouder wordt, strekt hij zich uit en krijgt hij een cilindrische vorm, taps toelopend naar de basis. De ring ontbreekt. Het oppervlak van het been is over de gehele lengte plakkerig. Kleur wit, beige. Het been is bedekt met bruine of rode vlekken.
Het vruchtvlees is wit, dicht. Bij jonge vlinders is het geel onder de buizen. Oude champignons hebben een losse, zachte, bruine structuur. Aangenaam aroma, karakteristieke smaak.
Is de Bellini boterpaddestoel eetbaar of niet?
Deze soort is eetbaar. Voor een gemakkelijke vertering worden champignons geschild. De onderste laag onder de dop wordt ook verwijderd. In de regel hopen zich daar vocht en insectenlarven op. Het wordt alleen overgelaten aan jonge, sterke exemplaren. Bellini-boters verouderen snel. Na 5-7 dagen verliest het vruchtvlees zijn smaak, wordt slap, wordt aangetast door wormen en wordt donker.
Waar en hoe groeit de Bellini-olieman?
Bellini's vlinders nestelen zich graag in naald- of gemengde bosaanplantingen. Vaak te vinden in jonge dennenbossen, aan de randen. Het vruchtseizoen begint in augustus en duurt tot het begin van de vorst. Groeit goed op zandgronden. Na warme regen zijn er aanzienlijke ophopingen van paddenstoelen te zien. Ze groeien vaak alleen of in kleine groepjes van 5-10 stuks.
Bellini Oiler-dubbels en hun verschillen
De Bellini-olieman deelt kenmerken met andere soorten, die zowel eetbaar als giftig kunnen zijn.
Eetbaar
- De olieman is korrelig. Een volwassen paddenstoel heeft een hoeddiameter van 10-12 cm, de kleur is afhankelijk van de plaats van groei. Er zijn gele, bruine, kastanjebruine en bruine kleuren. Bij nat weer voelt de huid plakkerig aan. Als er geen regen valt, is het oppervlak van de paddenstoel glanzend, egaal en glad. Het vruchtvlees is wit of lichtgeel. Wordt niet donkerder bij het snijden. Er is vrijwel geen geur.
- Het been is stevig, langwerpig. De gemiddelde hoogte is 6 cm, er zit geen ring bij. De tint verandert in de loop van de tijd van lichtgeel naar donkergeel. Een bijzonder kenmerk van de soort is de korreligheid aan de basis van de stengel, evenals de vloeistof die uit de onderkant van de hoed stroomt. Het vruchtseizoen is van juni tot november. Het wordt aangetroffen in jonge dennenaanplantingen, aan bosranden, open plekken en open plekken.
- Gewone olieman. Een veel voorkomende soort bospaddestoel. De diameter van de dop is 5-15 cm, er zijn veel grotere exemplaren. Als het verschijnt, is de vorm van het bovenste gedeelte rond, maar na een paar dagen wordt het plat. De hoed is bruin, chocoladekleurig of vuilgeel gekleurd. Het oppervlak voelt slijmerig en glad aan. Er zijn geen problemen met het verwijderen van de huid. Het vruchtvlees is dicht, vlezig, elastisch. De schaduw is wit, lichtgeel.Oude champignons hebben een kleur die dichter bij olijfgroen ligt, donkergroen. De buisvormige laag is licht. De poriën zijn rond en klein.
- Het been is kort. De maximale hoogte is 12 cm, op de poot is een lichtring zichtbaar. Daarboven is het vruchtvlees wit, daaronder is het donkergeel. De groei van de schimmel begint halverwege de zomer en duurt tot de eerste nachtvorst. Ze ontkiemen meestal op de tweede dag na regen.
Butterfly behoort tot de tweede categorie eetbare paddenstoelen. De soort groeit in jonge, gemengde dennenbossen. Heeft geen felle verlichting nodig. Kan groeien in donkere delen van het bos, maar geeft de voorkeur aan zandgrond.
Niet eetbaar
Mediterrane botervloot. De hoedmaat is 5-10 cm, roodbruin gekleurd, lichtbruin. Het vruchtvlees is wit of geel. Geeft een aangename geur af. Het been is glad, cilindrisch van vorm. De hoofdkleur is geel. Bruingele stippen zijn gemarkeerd langs de lengte van het been.
De paddenstoel is niet geschikt voor consumptie. De smaak van het vruchtvlees heeft een hoog bitterheidsniveau. Er zijn verschillende gevallen van vergiftiging geregistreerd, die gepaard gingen met braken, diarree en buikpijn. Ze groeien in warme landen: Griekenland, Italië, Israël. Ze komen vooral voor in naaldbossen. Ze nestelen zich dichtbij een dennenboom.
Hoe boletuspaddestoelen Bellini te bereiden
Koks met ervaring in de champignonhandel zijn van mening dat dit type geschikt is voor drogen, beitsen en braden. Maar voor zouten - nee. Hoewel er vaak recepten zijn voor boter-augurken.
Champignon is een smakelijk en voedzaam product. De pulp wordt gebruikt als basis voor het maken van koteletten en gehaktballen. Het werkt goed in combinatie met groenten. Het is een ingrediënt in groentestoofschotels, soepen en warme salades.
Conclusie
Butterfly Bellini is een lekkere en gezonde paddenstoel. Groeit voornamelijk in dennenbossen. Het wordt gekenmerkt door zijn alomtegenwoordige verspreiding.Vindt brede toepassing in de keuken.
